[Bijgewerkt: 29-01-2013, 10.00 uur]
- Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER...
Bron: Spreuken 1: 7 (NBV)
Zou ik van mijn God niet zingen?
Zou ik Hem niet dankbaar zijn?
Want ik zie in alle dingen
Zijn gedachten, hoog en rein!
Louter liefde is Zijn streven,
trouw Zijn hart dat, onversaagd,
zonder einde helpt en schraagt,
die in Zijne dienst zich geven.
Alles blijft een korte tijd,
maar Gods liefd' in eeuwigheid!
Bron: Eerste couplet van lied 500, NAK-gezangboek
@all
Wat voor mij in het geloof van blijvende waarde is gebleken, werd mij aangereikt door liefhebbende naasten onder wie zeer zeker ook broeders met een geestelijke bediening - maar dan wel zónder "sterallures". Dat er in de Nieuw-Apostolische Kerk achter de schermen ondertussen soms heel wat getouwtrek kon plaatsvinden, om machtsposities (!); daarvan had ik aanvankelijk helemaal geen weet. Gaandeweg zag ik hoe het komt dat er zaken uit de hand liepen, voornamelijk door oneigenlijke gezagsverhoudingen. Deze toestand werd voor mij onduldbaar, toen mij feiten en omstandigheden bekend werden waarbij de ellende met name werd veroorzaakt door mensen die niet van hun voetstuk te krijgen zijn. Als machtsmechanismen in een geloofsgemeenschap op zo'n manier een dusdanig verstorende uitwerking hebben, dat zielen er hopeloos door verdeeld raken, is het einde zoek. Dan moet je echt ophouden met afwachten! Voor menigeen ontstaat hierbij onmiddellijk geestesnood want hoezeer was er immers door de jaren heen niet op gehamerd dat het er in het "werk Gods" op aankomt "in de navolging" te blijven? Omdat maar zeer weinigen met eigen ogen hebben gezien hoe sommige verantwoordelijken er daadwerkelijk een dubbele agenda op nahouden, durven anderen (maar dat zijn uiteraard wel de meesten) zich niet aan het zo onopvallend en subtiel mogelijk gespeelde machtsspel te ontworstelen. Toch blijven bij betrokkenen gemengde gevoelens onophoudelijk parten spelen. Alleen, men krijgt er geen vat op. Wie dat onverhoopt (!) wél krijgt, ontdekt het grote verschil tussen de theorie en de praktijk van het geloof. De macht der gewoonte blijkt dan bitter weinig houvast te bieden.
Al zouden wij allen oprecht menen met grote overtuiging onder ede te zullen verklaren dat een ieder van ons in het geloof wel degelijk zijn of haar eigen verantwoordelijkheid heeft; wie staat er tegelijkertijd bij stil dat de eerste proeve van bekwaamheid zich al kan hebben aangediend?! Als dat écht gebeurt, volgt er een serie schokeffecten waarna het welbewust kiezen of delen is: gaan wij met God, of klampen wij ons langer vast aan "reisleiders" die de weg kwijt zijn geraakt? Maar hoe kun je nu toch zéker weten, dat dienaren in de war zijn? Wij allen bevinden ons toch -met vallen en opstaan- op de weg
"die een school der vorming is"?
Wat was er vroeger, in de tijd van de eerste apostelen, voor nodig om op een fijne manier in het geloof een gemeenschap te vormen? Laten wij eens kijken naar wat er staat in Filippenzen 2 (NBV):
- [1] Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, [2] maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. [3] Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. [4] Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. [5] Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
Is dit in onze geloofsgemeenschap inderdaad het streven? Zien wij dat ook aan elkaar? En zijn deze veelbetekenende woorden daadwerkelijk richtinggevend wanneer het er onder bepaalde omstandigheden serieus op aankomt? (...) Ikzelf kon uiteindelijk niet anders meer dan te vertrouwen op mijn eigen waarneming: het zat op dit punt in mijn kerk he-le-maal níet goed. Er waren nota bene ontwrichtende krachten aan het werk. De zegen bleef uit. De saamhorigheid kwam onder druk te staan. De spontaniteit nam af. Hemelbestormers en kille strategen namen het roer over. Het wachten was nu voortaan op hun "dienstmededelingen" en aan de hoeveelheid daarvan zou het niet mankeren. Dit schaften ze af en dat voerden ze in. Maar al te graag spraken ze van hun "verantwoordelijkheden". Heel indrukwekkend. Ze wilden ook dat het voortaan altijd overal feest was. Door hoofdlieden te worden over honderdduizenden, werden ze steeds meer onbereikbaar voor een enkeling die leed onder het aldus opgelegde juk. Dienen bij de "Godsgezanten" liep uit op overheersen.
Is er nu al iemand die een nieuw-apostolische catechismus mist?
"Ontzag voor de HEER" is er niet meer bij; bij de hoogmogende heren. Laat staan ontzag voor (ontluikend) goddelijk leven bij een naaste. Voor de "verantwoordelijken" telt er maar één ding: laat ieder op voorhand een "onbegrensd vertrouwen" hebben en voor het overige de instructies opvolgen. "Zwijg, wees stil."
Zo werd ons stilaan gemodificeerd voedsel voorgezet. Laat daartoe het "kruiden" van de Kerngedachten maar over aan de gevierde schoonzoon van de beruchte "dienstältester Bezirksapostel in Ruhestand" Klaus Saur van wie ik niet snel zal vergeten hoe deze te keer ging tijdens een woensdagavonddienst -met daarbij vele genodigden- in Heilbronn. Zie mijn bericht op "
Ma 09 Jul 2012, 16:07" in de thread "Uit onze doorlevingen".
(...)
- [11] ‘Kom naar buiten,’ zei de HEER, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’ En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de HEER bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de HEER bevond zich niet in die aardbeving. [12] Na de aardbeving was er vuur, maar de HEER bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. [13] Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’
Bron: 1 Koningen 19 (NBV).
Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.
Matteüs 18: 20 (NBV)
Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
Bron: Johannes 14: 23 (NBV)
Niemand is verplicht om met gevaar voor eigen leven -in plaats van de slachtoffers die ze maken- meedogenloze heersers in bescherming te nemen die zich in een godsonmogelijke positie hebben gemanoeuvreerd.
Groet,
BakEenEi
N.B.
Hierboven schreef ik o.a.
- "Als machtsmechanismen in een geloofsgemeenschap op zo'n manier een dusdanig verstorende uitwerking hebben, dat zielen er hopeloos door verdeeld raken, is het einde zoek.
Dan moet je echt ophouden met afwachten!
Voor menigeen ontstaat hierbij onmiddellijk geestesnood
want hoezeer was er immers door de jaren heen niet op gehamerd dat het er in het "werk Gods" op aankomt "in de navolging" te blijven?"
Welnu, in Zwitserland weet men daar wel raad op... Al in september 2005 publiceerde de nieuw-apostolische kerkgemeente Ostermundigen de "Erste Hilfe - Notfallzettel". Zie onder:
Onlangs deed deze quatsch opnieuw menigeen verbazen. Zie bij Glaubensforum24 de thread "
Neuapostolischer Notfallzettel".