@all
De tekst in het onderwerp van deze thread is afkomstig uit Job 30 vers 26 (NBV). In een eerder bericht op dit Forum kwamen dezelfde woorden voorbij, licht en duisternis, doch toen in een heel andere samenhang:
- Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis.
Uit: 1 Johannes 1: 5 (NBV)
Voorafgaande aan hoofdstuk 30 waaraan de tekst uit het onderwerp is ontleend, valt er iets opmerkelijks te lezen, namelijk:
- Hij onthult het diepste van de duisternis en brengt het zwartste donker naar het licht.
Uit: Job 12: 22 (NBV)
Hierna, in Job 30, begint vers 26 als volgt:
- Ik hoopte op het goede, maar het kwade kwam, het licht verwachtte ik, maar de duisternis brak aan.
Uit: Job 30: 26 (NBV)
Omdat "wij" in de Nieuw-Apostolische Kerk veeleer met elkaar gemeen hadden ervan overtuigd te zijn een levend geloof te mogen bezitten dan enkel een zekere interesse te delen in de "geschiedenis van het rijk Gods", wil ik nu op het bovenstaande nader ingaan. Er kwam namelijk vanochtend een koorlied bij mij op, "Voor Uw Genadetroon" (naar F.J. Crosby):
- Voor Uw genadetroon
buig ik mij neer.
Lof zij U, Godes Zoon,
U zij de eer!
Schenk Uw vergeving mij,
maak mij weer rein en vrij!
Alles het Uwe zij!
Jezus, mijn Heer!
Merk op mijn tranen, Heer
en zie mijn smart.
O Heer, hoe goed zijt Gij,
heelt Gij mijn hart!
Ontsluit toch op Uw woord,
mij Uw genadepoort!
Hoe dank ik U daarvoor,
Jezus, mijn Heer!
Laten wij het niet onderschatten hoe er in bange nood wordt geworsteld; wat een enkeling voor de kiezen kan krijgen. Wáár vind je dan vrede? "Zijt gij in 't levenslot, één met uw Heer en God", zongen wij in een ander lied; "Smaakt gij dat zielsgenot? Dan is het goed." Maar hoe werkt dat in de praktijk? Waar kun je terecht, bij wie moet je zijn? "In het 'werk Gods' want daar zijn levende apostelen!" O ja, en wat willen die dan van mij?
Voordat iemand nu spoorslags op zoek gaat naar een een brochure, waar vast en zeker alles precies in staat, eerst een klemmend verzoek: zet de automatische piloot in uw intelligente denkhoofd onmiddellijk UIT en houd dat voorlopig ook maar zo. Wie namelijk van bovenaf als het ware een bandje laat afspelen met religieus gebazel onder de steevaste vermelding van betalingsmogelijkheden voor de gewenste financiële bijdragen aan de levende apostelen in kwestie, terwijl een naaste zich diep in een put bevindt, kan zich als mensenredder het best vooraf vakkundig laten afhelpen van een zorgwekkende neiging tot ernstige zelfoverschatting.
- Ik zal er niet omheen draaien: er heerst in de Nieuw-Apostolische Kerk een geestdodende epidemie en het virus heet "zelfgenoegzaamheid". De diagnose laat zich snel stellen want wie eraan lijdt, wil imponeren; zowel tegenover de Zijnen als tegenover God zelf. Andere symptomen zijn: men schuwt het volle licht; terwijl de levende apostelen hun vrijkaarten al bezitten, wordt anderen voor het hemelrijk de hoogste prijs berekend - gelieve in contanten te voldoen. Wie uit een diepe put gered wil worden, moet eerst beloven de levende apostelen voortaan op handen te zullen dragen; alles te zullen doen wat dezen goeddunkt. Anders stik je maar.
De nieuw-apostolische wisselkoers is de laatste jaren sterk opgelopen. Eén levende apostel stapt nog niet op wanneer 15.000 anderen door diens toedoen in de vernieling zouden geraken. En één levende stamapostel zelfs nog niet bij 10 miljoen slachtoffers. Samen zijn we sterk, zo zal men het zich wel inbeelden, "en bovendien beschikken wíj over de verborgen archieven en over het vele geld. Dat pakken ze ons nooit meer af, de sukkels. Zolang de leidinggevenden in onze organisatie, van semi-hoog tot uiterst laag; de trompetteraars uit ons symfonieorkest, de talenten die anderen bij de aanblik van onze websites van pure afgunst het lachen doen vergaan; zolang onze woordvoerders er de hand niet voor omdraaien om recht te praten wat krom is, vrezen wij niets. Wij geloven trouwens ook niets. Na ons de zondvloed. Wie dan leeft, wie dan zorgt. Haha."
In zo'n gevangenis, met Siberische gevoelstemperaturen, moet je helemaal niet meer willen zijn. Als gelovige ben je er een nul, komma nul. Jíj, je komt immers pas kijken, terwijl het hoogheilige ambt van de verafgode feestvierende kerkvorsten "nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" volgend jaar al kan bogen op haar 150-jarig bestaan. "Dat onze kerk het heeft gered, ondanks ruim 120 'Abspaltungen bzw. Trennungen', bewijst dat wíj altíjd álle anderen te slim af waren! Hoe het ze in het leven verder is vergaan, zal ons een rotzorg zijn. Het gaat er om, dat wij, de levende apostelen, voor vol worden aangezien."
Het is een ontwikkeling geweest vanachter de coulissen, een sluipend proces waarin een ieder heimelijk werd meegetrokken, van ongeveer de laatste vijftien jaar, waardoor men nu toch wel aan de rand van de afgrond staat. Wie het tussendoor al gegeven was om met een wat weidsere blik om zich heen te kijken, waarschuwde vergeefs. De levende apostelen zijn -naar eigen zeggen- immers de schippers namens God. Wie in hun schreden volgt, arriveert met de ogen dicht in het hemelrijk. Eenmaal ingeschreven in het ledenregister van de Nieuw-Apostolische Kerk, was het slechts een formaliteit om deel te hebben aan de Eerste Opstanding. Voor jou was bij de bruiloft van het Lam de tafel al gedekt. Alleen, je moest natuurlijk wel trouw blijven - aan de levende apostelen. Hun wens is jouw gebod. Niemand dacht er verder over na van wie ze de wijsheid feitelijk in pacht hadden gekregen. Je geloofde ze op hun woord. Wat er in de Bijbel staat en hoe het wordt bedoeld; dat was aan hen voorbehouden, zeiden ze zelf. Als jij nu maar "een onbegrensd vertrouwen" in ze aan de dag legde! Voor de rest sloegen ze je zowat dood met al hun publicaties. Dankbaar moest je zijn. Ongenoegen en ontevredenheid waren uit den boze. Als dompteurs dresseerden ze de schapen op hun circusweiden.
(...)
Wat heeft deze vernietigende kritiek nu toch van doen met het werk Gods? Heel simpel: niets. Niettemin, wie zich níet in de luren wil laten leggen door een stel blaaskaken, doet er verstandig aan ervan kennis te nemen.
(...)
Ook in mijn "OPEN BRIEF aan leden Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland" wees ik er met nadruk op; op "een aan minachting grenzende onverschilligheid jegens naasten" (!). De genadetroon werd hiermee ontheiligd:
Het werk Gods kan wel berusten bij Degene die erover gaat, namelijk God zelf. Hij geeft "de exploitatie ervan" niet uit handen. Zou Híj het nodig hebben om het aan anderen te moeten overlaten wie Híj zal zenden? Geloof daar maar niks van! Natuurlijk, bij de Nieuw-Apostolische Kerk wordt alles voorzien van exclusiviteitskenmerken. Zo zou er bij Zijn woord (!), voor zover het gesproken wordt binnen de muren van deze kerk, rekening moeten worden gehouden met het auteursrecht! Nagenoeg alles wat broeders en zusters ooit aan Hem hadden gewijd, voorziet men van copyrightsymbolen en dergelijke. Het wordt ingepalmd en er wordt beslag op gelegd: laat niemand ernaar wijzen, alsof het "familiebezit" was. Het zijn vreemde huishouders over de verborgenheden van een afgod, die nu zó te werk gaan dat anderen aldus vrees wordt ingeboezemd.Redactie schreef:(...)
Eén van de redenen waarom het werkelijk lastig is om op de voorliggende problematiek voldoende vat te krijgen is, dat wij hier van doen hebben met complexe meervoudige problematiek. Het is in toenemende mate een diversiteit van alarmerende omstandigheden geweest, welke bij de desbetreffende portefeuillehouders in de afzonderlijke bestuursorganen ieders alertheid en volle aandacht had verdiend. Wat de zogenaamde verantwoordelijken kwalijk verzwijgen, is helaas, dat de bestuurlijke organisatie aan alle kanten rammelt. Zo bestaat er grote onduidelijkheid over taken en bevoegdheden. Het ergste is misschien nog wel dat er bij de benoeming van bestuurders beperkt wordt gekeken naar competenties. Waarom drie "geestelijken" in een 3-koppig bestuur dat opeens goede sier wil gaan maken met zoiets als commerciële projectontwikkeling?
Los van de miljoenen euro's die er met de kennelijke gedoogsteun van zo'n 15.000 actief slapende ingeschreven leden bij deze Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) over de balk werden gesmeten, en waarbij ook van overheidswege (!) het laatste woord bepaald nog niet gesproken zal zijn, betreft het bij dit kerkgenootschap nog andere zaken die ertoe doen. Een bestuur dat bedrijfje speelt, kerkje en dictatuurtje tegelijk, en dat een spoor van vernielingen aanricht met één vast patroon, herkenbaar aan een aan minachting grenzende onverschilligheid jegens naasten op wie nota bene vanuit geestelijke bedieningen de zucht tot roem en de honger naar macht worden botgevierd, verdient een serie rake klappen waarmee voor de vele slachtoffers, die eenzaam aan hun lot werden overgelaten, het berokkende leed eindelijk een naam zal mogen krijgen.
Zie verder:
TjerkB
- Open brief aan alle kerkelijke ambtsdragers van "ma 15 nov 2010, 22:11"
- Open brief aan mr. P.A. de Lange inzake "het werk des Heren" van "wo 07 dec 2011, 14:04 "
- OPROEP AAN HET BESTUUR VAN DE NIEUW-APOSTOLISCHE KERK IN NEDERLAND van "wo 07 dec 2011, 17:37"
Uit: Bericht door Redactie op "ma 19 dec 2011, 18:01" in de thread "OPEN BRIEF aan leden Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland".
Christenen hebben níets van doen met levende apostelen die zich in het leven brutaal en tegen betaling opwerpen als entertainers, als opdringerige filantropen, als life-coaches, als ieders plaatsvervangende geweten! Tot nu toe hebben dezulken menigeen die in hun ogen iets te mekkeren had, nog van zich af kunnen schudden, maar daarin komt verandering. De maskers zullen neervallen, het nagestreefde persoonlijke gewin wordt doorzien, de koude trots zal breken. Men zal de maat worden genomen. Voor hun uitgekiende listen en hun mensonterende bedrog wordt het ultieme bewijs geleverd. Geen beschermengel zal ze in hun naaktheid bijstaan. Met hun flegmatische temperament wordt er afgerekend. Voor de zichzelf als academisch en post-academisch geschoolden inschalende dilettanten gaat het kunstlicht uit. Een donkere duisternis doemt op.
(...)
- [1] Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes: “Dit zegt hij die de zeven geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat u doet; overal wordt beweerd dat u het leven hebt, terwijl u dood bent.
[2] Word wakker, versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood. Want ik merk dat uw gedrag tekortschiet in Gods ogen. [3] Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen. Houd eraan vast en breek met het leven dat u nu leidt. Maar als u niet wakker wordt, kom ik onverwacht als een dief, op een tijdstip dat u niet kent. [4] Maar enkelen in Sardes hebben hun kleren schoon gehouden. Zij zullen bij me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het.”
Uit: Openbaring 3 (NBV)
- [1] Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. [2] Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. [3] Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. [4] Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Uit: Openbaring 21 (NBV)