De barmhartige vader en de twee zonen

Uiteenlopende onderwerpen m.b.t. het apostolische geloofsleven
Plaats reactie
Jabob65
Berichten: 479
Lid geworden op: wo 27 okt 2010, 19:39

De barmhartige vader en de twee zonen

Bericht door Jabob65 »

In mijn herinnering werd dit altijd gebracht als de gelijkenis van 'De verloren zoon'.

In Veendam, de gemeenschap waar ik ben opgegroeid, werd de nadruk gelegd op het losbandige leven van de zoon en dan vooral in de zin dat dan alles dan verkeerd gaat...ik heb me nooit gerealiseerd dat Jezus deze parabel koos als antwoord op de irritatie die de schriftgeleerden hadden vanwege de omgang die Jezus had met de tollenaars.

In de overweging van Pr. Ad van de Helm wordt deze gelijkenis op een mooie wijze uitgewerkt:


In onze bezinning op het sacrament van boete en verzoening afgelopen donderdag, kwamen de drempels ter sprake die mensen ervaren om dit sacrament te ontvangen. Nog steeds is het voor veel mensen en ook voor gelovige parochianen niet gemakkelijk om aan een priester om dit sacrament te vragen.
De drempels hebben soms te maken met de praktijk van de biecht in het verleden, die gelukkig al weer een tijd achter ons ligt. De drempels kunnen te maken hebben met de het biechthokje als zodanig. Voor sommigen was het vroeger gemakkelijker omdat je toen een rijtje had dat je op kon zeggen. Nu het sacrament serieuzer en diepgaander en persoonlijker beleefd wordt, is het tegelijk moeilijker geworden om het te ontvangen.
De drempels die mensen ervaren, hebben ook te maken met het persoonlijke en zelfs intieme karakter van de biecht. Je legt je ziel bloot aan een priester die je soms wel kent en soms niet. Aan beide situaties, bekend of onbekend, kleven voor- en nadelen.
Een begrijpelijke drempel is ook om je eigen tekorten en je eigen gebrokenheid te onderkennen en om daarvoor uit te komen. We zijn het niet gewend en door de algemene opmerking “Iedereen maakt toch fouten” kunnen we ons geëxcuseerd voelen om dit niet expliciet op onszelf toe te passen.
In onze maakbare en naar perfectie strevende samenleving is het een heel lastige opdracht om uit jezelf, zonder noodzaak van buiten, je geweten te onderzoeken en tegenover een priester te erkennen dat je leven niet altijd voldoet aan de verwachtingen, noch aan die van jezelf noch aan die van je naaste en waarschijnlijk ook niet aan de verwachtingen van God.
Het verhaal van de vader met de twee zonen gaat ook over de menselijke gebrokenheid. We moeten vaststellen dat deze parabel van Jezus geen uitzonderlijke situatie is. Ons leven is een onvoltooid leven, een leven in fragmenten. De jongste zoon meent zonder zijn vader zijn leven te kunnen vervolgen, maar wil wel de rijkdommen van zijn vader gebruiken. Als erfenis ziet hij slechts de materiële eigendommen die hem in staat stellen een gemakkelijk leventje te leiden. En als het geld op is, meent hij vervolgens dat hij geen zoon meer kan zijn. De erfenis is immers op. Dat er een ander soort erfenis en dus kindschap kan zijn, ontgaat hem. Geld is op en dus is de liefde op. Daar is hij nu eenmaal gewend aan geraakt. De reactie van zijn vader is echter tegengesteld: hij ontvangt de ring van de trouw en dus van het kindschap, hij ontvangt het kleed van de waardigheid en de sandalen van de vrijheid. Hij mag weer mens zijn zoals hij ooit begonnen is.
De oudste zoon leeft al evenzeer in fragmenten. Hij is trouw gebleven in tegenstelling tot zijn broer. De oudste heeft zijn broer uit zijn leven gestoten en wil niets meer met hem te maken hebben. Nu de vader de relaties wil herstellen, is dat een teleurstelling. Dan blijkt ook dat de oudste zoon de erfenis niet goed begrijpt. Het blijft onduidelijk of hij nu wel of niet naar binnen gaat, het is een open vraag aan hen die menen de rechten van de oudste zoon te bezitten. Het is een vraag aan ons: treedt je binnen in de barmhartigheid van God die zich ontfermt over de mens die zijn fouten heeft erkend of blijf je liever buiten staan? Wat zou u doen?
De vader heeft veel te verduren: door beide zoons worden zijn goedheid en barmhartigheid niet begrepen.
In onze gesprekken over de biecht donderdagavond werd ook duidelijk dat in de biecht Gods barmhartig-heid duidelijk wordt. Dat vraagt een beweging van de mens die in eerlijkheid en openheid zijn gebroken-heid erkent. Deze erkenning brengt ons weer in contact met Gods grootheid, zijn alomvattendheid.
Deze veertigdagentijd met meer vasten, gebed en naastenliefde dan we misschien gewend zijn, heeft niet als doel om onze tekorten en onze gebrokenheid te onderstrepen, maar wil ons verwijzen naar Gods liefdevolle aanwezigheid, ondanks ons beperkte bestaan.
Zoals we in het sacrament van boete en verzoening de omarming van God barmhartigheid mogen ervaren, zodra we net als de jongste zoon onze gebrokenheid erkennen, zo mogen we in deze veertigdagentijd het verlangen naar opstanding en het ware leven dat Christus ons schenkt, versterken. Het beloofde land wordt zichtbaar.
Zo wordt in de eerste lezing verteld van het eerste paasfeest dat in het beloofde land wordt gevierd. Na veertig jaar woestijn, na veertig jaar worstelen met een onzekere bestemming, is er nu zicht op het nieuwe bestaan: de nieuwe schepping zoals Paulus het beschrijft. Naar die nieuwe schepping zijn we onderweg. De vernieuwing van ons doopsel in de paasnacht is teken van die nieuwe schepping die ons al geschonken is en die in ons leeft en die door geen zonde of gebrokenheid kan worden weggenomen of teniet gedaan. Onze geloofsleerlingen gaan ons voor op die weg.
Mogen wij de drempels die we ervaren overgaan en onze tekorten erkennen en zo de weg vrij maken om Gods barmhartigheid te ervaren.
Amen
Plaats reactie