@all
Wat er straks, na Pinksteren 2013, terugblikkend over de ambtsperiode van stamapostel Leber, over de ontwikkelingen in de Nieuw-Apostolische Kerk tussen 2005 en 2013 te zeggen valt, laat zich inmiddels voorspellen: de kerk heeft -opnieuw- haar ware gezicht laten zien. Welk gezicht dat is, was alleen nog bekend bij een generatie die wij nu langzaam aan het verliezen zijn. Binnen die generatie van "getrouwen" sprak men er trouwens ook maar liever niet over. Getrouw echter wááraan? In dit bericht willen wij het dáárover graag hebben.
Enkele losse gedachten. Denk eens aan het refrein van
lied 185 in het NAK-gezanboek:
- "Ik ga met God, ik ben Zijn eigendom.
Zoek gij ook Hem thans in Zijn heiligdom."
En denk dan eens aan een fragment uit heel ander lied:
- Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot?
...
Opa, zeg nou wat!
Uit: Zuiderzeeballade
Of te denken aan een bekend tekstwoord uit de Bijbel:
- Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.
Uit Filippenzen 3: 14 (NBV)
Misschien ligt een oudere vertaling hiervan beter in de herinnering:
... maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
Uit Filippenzen 3: 14 (NBG-vertaling 1951)
Wat is nu de samenhang tussen deze drie naar voren gehaalde passages? Waar het ons nu om gaat, is: hoe gaan gelovigen in de Nieuw-Apostolische Kerk om met hun eigen werkelijkheid en met hun geschiedenis? Wat wil men daarbij graag betrekken, en wat net zo lief juist niet? En waarom dan bij voorkeur niet?
Natuurlijk, stilstand kan wel eens tot achteruitgang leiden. Maar is dat wel áltijd zo? Denk bijvoorbeeld aan de onderstaande woorden:
- Sta even stil, kom tot u zelve,
hebt gij uw toestand overdacht?
Nog is 't de tijd van Gods genade;
zie dus dat gij Zijn wil betracht,
zie dus dat gij Zijn wil betracht!
Wil door de enge poort toch gaan
en geef Gods Geest in u vrij baan,
en geef Gods Geest in u vrij baan.
Uit: Lied 155, NAK-gezangboek, tweede couplet
Hier krijgt een moment van overdenking, een ogenblik van bezinning, wel degelijk een waardevolle diepere betekenis. Een opkomende vraag is dan ook: mogen gelovigen nog wel eens ergens serieus over nadenken, of kan dat in de Nieuw-Apostolische Kerk amper nog de bedoeling zijn? Onze ervaring is helaas dat "hogere verantwoordelijke leidinggevenden" zich hierbij op het standpunt stellen:
denk rustig na, maar laat het ons niet merken. Wij spreken dit nu zo uit omdat het geen eenmalige ervaring betreft, doch, spijtig genoeg, de slotsom van talrijke ervaringen gedurende een lange reeks van jaren. Wij moesten bij wijze van spreken niet vragen
"Wie is die blonde jongen?" want diens omstandigheden konden wel eens raken aan de inhoud van die hoofdstukken, welke voor de "geschiedenis van het rijk Gods" door nóg "hogere verantwoordelijke leidinggevenden" ooit als "niet van betekenis" werden geoordeeld. Het waren hoofdstukken die later anderen erbij zouden halen, de "wederstrevers van het geloof", ook wel betiteld als criticasters, querulanten, dwarsliggers en afvalligen. Echter; wederstrevers of afvalligen van welk (bij)geloof?! Hierover handelt het volgende citaat:
BakEenEi schreef:(...)
Wat in de praktijk bijzonder lastig kan zijn om binnen de Nieuw-Apostolische Kerk uit elkaar te houden, is:
- zielzorg in de zin van "Weid mijn lammeren" en "Hoed mijn schapen" (zie onder)...
- 15 Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16 Nog eens vroeg hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ 17 en voor de derde maal vroeg hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ Petrus werd verdrietig omdat hij voor de derde keer vroeg of hij van hem hield. Hij zei: ‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. 18 Waarachtig, ik verzeker je: toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ 19 Met deze woorden duidde hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei hij: ‘Volg mij.’
Uit: Johannes 21 (NBV)
... uitgaande van
- 1 Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, 2 maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. 3 Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. 4 Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. 5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
Uit: Filippenzen 2 (NBV)
... doch rekening houdend met
- Ik bedoel dit: wij willen niet over uw geloof heersen, maar juist bijdragen aan uw vreugde. U hebt tenslotte een vast geloof.
Uit: 2 Korintiërs 1: 24 (NBV)
... en volledig (!) daarnaast - omdat het van een totáál andere orde is:
- het ontketenen van allerhande "bedrijfsactiviteiten", waarbij te denken valt aan
- het organiseren van de bouw van een kerk
- het onderhandelen met autodealers, reisbureaus of met journalisten van (massa)media
- de inrichting van kantoren en het in dienst nemen van (kantoor)personeel
- het oprichten van een kerkgenootschap en de benoeming van bestuursleden
- het opstarten van een ledenadministratie
- het toevoegen van geloofsregels en -voorschriften aan het evangelie van Jezus Christus
- het uitgeven van offerontvangsten aan rechtszaken voor privé-aangelegenheden
(...)
Uit: Bericht door BakEenEi op "
Ma 04 Jul 2011, 16:47" in de thread "NIET NAVOLGEN STAMAPOSTEL...IS VERLOREN."
Het is echt heel makkelijk om weg te kijken van een onbetaalde rekening; om de envelop met de herinnering maar gewoon niet open te maken. Maar helpt dat? Zijn wij net zo makkelijk als het gaat om wat anderen óns verschuldigd zijn? "Ja, hoor! Kijk maar naar wat wij elke zondag, elke woensdag, week-in week uit, jaar-in jaar-uit, samen bidden, en let daarbij ook op de volgorde:
- Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
Mooi, he? Eerst vergeeft God ons ál onze schulden en daarna hebben wíj er weinig moeite mee om maar even niet terug te denken aan wat anderen nog aan ons verschuldigd zijn. Maar ja, vergeven en vergeten; niets menselijks is ons vreemd, he?" (...)
Denk nú eens aan de reactie van Jezus, nadat er aan hem een -indirecte- kritische vraag werd gesteld:
- [31] Intussen waren zijn moeder en zijn broers aangekomen. Ze stuurden iemand naar binnen om hem te halen. Zelf bleven ze buiten wachten. [32] Er zat een groot aantal mensen om hem heen, en die zeiden tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers* staan buiten en zoeken u.’ [33] Hij antwoordde: ‘Wie zijn mijn moeder en mijn broers?’ [34] Hij keek de mensen aan die in een kring om hem heen zaten en zei: ‘Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. [35] Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en zuster en moeder.’
Uit: Marcus 3 (NBV)
Daarom, wát is er nu belangrijker: de wil van God, óf wat sommige mensen, machtsfiguren wellicht, daaromheen breien; in een catechismus bijvoorbeeld?! (...) Wie mochten er in het fotoalbum van de kerk wel worden verwijderd?!
[wordt vervolgd]
Het WebTeam